Follow the leader!

‘Are you a beginner?’ vraagt de skilerares in gebrekkig Engels.
‘Yes, I am,’ zeg ik vol overtuiging.
‘Can you stop? Can you turn?’
‘Hm, a little bit,’ antwoord ik weinig overtuigend.
‘Okay, show me what you can.’ 

Ik word zoals verwacht meegenomen naar de babyheuvel. Hier krijg ik het komende uur privéles van een tot nu toe niet zo heel erg aardige skilerares, maar ja ach, die Fransen zijn gewoon wat stugger. Ze zal vast nog wel ontdooien.

‘Do as I do, turn and stop,’ zegt ze en ze glijdt al zigzaggend met gemak het babyheuveltje af en draait zich verwachtingsvol naar me om.
Ik lach dapper. Ze lacht niet terug. ‘Zo’n babyheuveltje moet je toch wel lukken, kom op,’ fluister ik mezelf moed in. Daar ga ik en het gaat… goed? Jawel, het gaat verbazingwekkend goed zelfs. Ik maak bochtjes als nooit tevoren en rem als een ware prof. Hoe kan dat nou?
‘Very good,’ klinkt het tevreden. ‘Now  follow me.’
Follow me? Waar gaan we heen dan, denk ik licht gespannen. We blijven toch wel hier? Gewoon lekker veilig op die babyheuvel. Beetje oefenen met bochtjes, beetje oefenen met remmen, want het was echt maar een toevalstreffer hoor dat het net goed ging. Shit, waar is ze? Is ze dáár al?

Licht ongeduldig roept mijn skilerares dat ik naar haar toe moet komen skiën. ‘Just follow me,’ zegt ze en weg is ze. Je kan het, denk ik gespannen. Het ging een paar minuten geleden ook goed, dus nu gaat het ook goed. Heel voorzichtig ski ik een stukje naar voren, maar ik ga veel te hard en raak in paniek. Snel laat ik me achterover vallen en land niet al te flatteus op mijn achterste.
‘What are you doing? You know how to stop. This is not how you stop. Pizzapunt. You know what a pizzapunt is?’ zegt mijn lerares streng terwijl ze me omhoog trekt. ‘Now follow me. Make big turns so you slow down.’
‘Okay,’ zeg ik wat bedremmeld en ik probeer het angstige gevoel dat steeds meer bezit van me neemt, los te laten. Het is helemaal geen hoge, steile heuvel, dat lijkt maar zo. Kijk, zelfs die kleine kindjes kunnen het, dan moet jij het toch ook kunnen? Bovendien heb je een skilerares naast je, dus er kan je niets gebeuren. Waar is ze eigenlijk? Is ze nou weer weg?

‘Come on,’ roept ze naar me. ‘This way.’ Ze staat opeens een meter of acht links van me. Het is blijkbaar de bedoeling dat we die linkerpiste gaan nemen. Ik probeer zo rustig mogelijk naar haar toe te skiën, maar ik ga steeds sneller en sneller en sneller… Ik kan niet meer stoppen. Ik kan echt niet meer stoppen. En o shit, ik ga echt volledig de verkeerde kant op.
Een vangnet doemt op met daarachter een ravijn. Ik zet me schrap, dit gaat heel veel pijn doen. Met een noodgang vlieg ik het vangnet in, maar hij houdt me niet tegen, oh mijn god ik vlieg eroverheen. Mijn ski’s vliegen uit, mijn rechterskischoen floept over het net heen, ik hoor de mensen in de skilift boven me een gilletje van schrik slaken en ik… ik ga dood. Dit is het dan. Ik stort het ravijn in. Dag lieve kinderen. Dag man. Het gaat jullie goed. Ik sluit mijn ogen en neem een laatste hap lucht voor ik naar beneden stort.

Maar dan gebeurt het. Ik krijg een tweede kans in het leven. Mijn linkerskischoen blijft aan het vangnet hangen. Yes, ik leef nog. Nog wel tenminste. Help. Help me alsjeblieft. Ik stort echt bijna de afgrond in, ik wil nog niet dood, ik…

‘What did I tell you? Why didn’t you stop? Use the pizzapunt,’ klinkt het geïrriteerd. Ik staar in het fronsende gezicht van mijn skilerares. Stomverbaasd kijk ik om me heen. Ik zie sneeuw. Heel veel sneeuw. Er is helemaal geen afgrond. Nou ja, die is er wel, maar echt niet zo dichtbij als dat ik dacht.
‘Are you okay?’ klinkt het een paar tellen later iets vriendelijker.
‘I’m fine,’ zeg ik en ik probeer mijn ski’s weer aan te krijgen.
‘Are you sure you are okay?’
‘Yes yes,’ zeg ik en ik klop het sneeuw van mijn broek.
‘Then we go to the elevator.’
‘Ah, the ‘sleepliftjes,’ zeg ik en ik wijs in de richting van het kinderliftje.
‘No, of course not. We go to that one.’ Ze wijst omhoog naar de echte skilift. ‘Now follow me.’

Reactie toevoegen